Zie je teveel dingen die je moet doen en heb je er te weinig tijd voor?
Blijf je piekeren over de negatieve kanten van het leven?
Commandeer je en forceer je jezelf voortdurend vooruit?
Kun je niet meer genieten van de dingen die je eerst leuk vond?
Een pauze, ook al is het maar één of twee minuten, voorkomt dat je doordendert. Aard jezelf in het moment. Haal diep adem. Leg je handen op je buik en voel het centrum van je lichaam. Kijk om je heen en ontspan je ogen.
Ik noem dat zelf mijn intuïtiepauze. Ook al is het kort, het kan je net die omschakeling geven die je nodig hebt om in een beter ritme te komen.
Leg de lat minder hoog
De toegang tot je innerlijke wijsheid kan op vele manieren blokkeren, maar door te aarden open je de deur naar je intuïtie.
Aarden herstelt je contact met je lichaam en verzoent je met de beperkingen die er zijn. Laat de grote nadruk op het streven naar expansie even los. Accepteer en waardeer je grenzen en beperkingen.
Zie je prioriteiten
Het betekent echt begrijpen dat je een mens bent met beperkte tijd en energie en dat je elke dag duidelijke keuzes moet maken, om te kijken waar en hoe je het beste je tijd en energie kan gebruiken. Het is helemaal prima als je het jammer vindt dat je niet alles kan doen. Maar het klopt niet als je steeds doet alsof je geen keus hebt.
Stop even met vooruitdenken
Stop even met vooruitdenken. Richt je helemaal op de taak waar je mee bezig bent. Of dat nu de aandacht is voor je kind, je cliënt, de afwas of de stappen die je zet onderweg naar de winkel. Richt al je aandacht en energie op wat je op dit moment aan het doen bent.
Vertraag
Stap af van je hogesnelheidsgedrag. Doe de dingen net iets rustiger en merk op wat dat met je doet. Vind je eigen ritme door de dag heen.
Kijk welke activiteiten vlot moeten gebeuren en welke je rustig kunt doen. Wissel datgene wat het meeste energie van je vraagt af met iets wat je minder inspanning kost. Let op welke momenten van de dag je meestal moe bent en op welke momenten je juist lekker fit voelt. Pas je dagindeling zoveel als mogelijk is aan volgens dit ritme. Door evenwicht te scheppen tussen periodes van energieverbruik en – opbouw kun je je energieverlies tot een minimum beperken en over het geheel genomen een hoger energiepeil bewaren.
“Ik heb genoeg tijd en energie voor alles wat ik belangrijk vind om te doen. Ik ben ontspannen en rustig.”